Burn-out te lijf met regressietherapie: een goede keus!

Wat zijn de verschijnselen van Burn-out en wat kan je ertegen doen? Daar zijn heel verschillende antwoorden op: Burn-out is niet alleen een syndroom van emotionele uitputting en verminderde prestaties; het houdt vaak verband met werk. Je hebt vaak  gevoelens van cynisme, je voelt je niet meer verbonden met je werk en je hebt het gevoel dat je niets kan bereiken. Beperkende gevoelens en overtuigingen komen op: Ik kan gaan kant meer op, ik zit volkomen vast, Ik kan het niet. Afgezien van de onmacht, kunnen ook diepe schuld- en schaamtegevoelens opkomen, het gevoel tekort te schieten en dat je niet aan de eisen van de buitenwereld kunt voldoen.

Meestal is die laatste trouwens de werkgever. Mensen die een burn-out krijgen, zijn vaak de loyaalste werknemers, die allesbehalve lui zijn. Integendeel: ze nemen vaak meer werk op hun schouders dan ze aan kunnen, wat natuurlijk tot overbelasting voert. De meest voorkomende klachten zijn:

1) Vermoeidheidsklachten en snelle geestelijke en lichamelijke vermoeidheid (uitgebrand zijn).
2) Piekergedachten en het onvermogen zich te kunnen ontspannen.
3) Slaapstoornissen.
4) Verhoogde prikkelbaarheid.
5) Maag-darmklachten.
6) Hoofdpijn, gewrichts- en spierpijnklachten.
7) Duizeligheid.

In de definitie van Burn-out van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) staat dat “Burn-out een syndroom is, dat het gevolg is van chronische stress op het werk die niet met succes wordt aangepakt. Het wordt gekenmerkt door drie dimensies: gevoelens van energie-uitputting of uitputting; een grotere mentale afstand tot het werk of gevoelens van negativisme of cynisme in verband met het werk (…) Burn-out verwijst specifiek naar verschijnselen in de beroepscontext en mag niet worden toegepast om ervaringen op andere gebieden van het leven te beschrijven”.

Vooral die laatste zin is belangrijk, want als werknemers in Nederland die thuis zitten met een burn-out, wordt via je werkgever soms te verstaan gegeven dat het aan jou persoonlijk ligt. Anderen houden het wel vol, waarom jij dan niet? Dat in de laatste jaren, onder invloed het neo-liberalisme, werknemers steeds meer op hun bordje kregen, terwijl het aantal taken niet minder werd, is zonder twijfel een van de oorzaken. Niet alleen in het bedrijfsleven, maar ook in het onderwijs, in de zorg, bij de overheid. Overdreven registratie en bedilzucht van managers en leidinggevenden, maken het vaak nog erger. Arbo-artsen doen weliswaar hun best om te werknemer even pauze te gunnen. Maar anderzijds worden ze betaald door de werkgever en bestaat onder Arbo-artsen soms de neiging om de definitie burn-out te vermijden. Als  werknemer kom je soms sneller – vaak in etappes – weer terug op je oude werkplek, dan verantwoord is. Onder dezelfde omstandigheden en met dezelfde stress veroorzakende taken en werkverhoudingen. Soms is er daarbij sprake van pesten op de werkvloer.

Je zou denken, dat werkgevers uit zichzelf wel begrijpen dat ze hiermee het paard achter de wagen spannen, maar hier gaat van alles mis. Komt er een reïntegratietraject met het doel, je weer terug te krijgen in je oude werksituatie, dan blijken vaak de verhoudingen behoorlijk verstoord. Voor veel werknemers in deze situatie wordt het probleem daarmee erger: ze voelen zich opnieuw niet gezien, niet gehoord, de oorzaak van het probleem wordt niet opgelost. En: het gedwongen te werk gesteld zijn, in een nu soms onveilige werkomgeving, kan aanleiding zijn tot chronische traumatisering en gedeeltelijke of volledige arbeidsongeschiktheid. Dit terwijl het gaat om mensen die juist graag willen werken en (soms té) loyaal zijn aan hun leidinggevenden of organisatie.

Wat daarbij hoort, is dat artsen een duidelijk verschil maken tussen werkstress, overspannen- zijn en burn-out. Kortstondige werkstress is korttijdige overbelasting op het werk, waarbij meestal geen professionele hulp nodig is. Bij overspanning is er een duidelijke relatie tussen de symptomen en de stressbron, zijn de klachten meestal van korte duur, en proberen werknemers actief naar hulp te zoeken.

Dat alles ontbreekt bij burn-out. Omdat een burn-out vaak door de jaren heen wordt opgebouwd kan een kleine aanleiding al leiden tot hevige klachten en ziekmelding. Ook zitten er meestal jaren van chronische stress in de voorgeschiedenis en is er sprake van aanhoudende vermoeidheid. In termen van regressietherapie is hier sprake van een zg. hangover: het ego bezwijkt niet, zoals bij een trauma, maar je gaat er onderdoor. Waar een trauma te vergelijken is met een fietsband die lek wordt geprikt en de lucht er snel uit is, is een burn-out te vergelijken met een fietsband waar een heel klein gaatje in wordt geprikt. Hij loopt langzaam leeg, je bent het je nauwelijks bewust – tot je opeens niet meer kunt fietsen. De energie om actief hulp te zoeken ontbreekt daardoor en door de angst om het beestje bij de naam te noemen – wat zijn de gevolgen voor mijn baan? Wat zijn de gevolgen voor mijn huis, mijn gezin? kom je niet in actie. In regressietherapie, soms gecombineerd met een coachingstraject,  kunnen we gelukkig veel doen.

Dat is in de eerste plaats: de grauwsluier oplossen. Mindset en overtuigingen als ‘ik kan geen kant meer op’,’ ik kan het niet’ kunnen bij de bron worden aangepakt, waardoor ontspanning en levenskracht weer terugkomen. Als dán blijkt dat de werksituatie zélf de oorzaak is en niet jij als werknemer, voel je de vitaliteit om daar letterlijk en figuurlijk uit te komen. Verbinding met je oorspronkelijk (ziels-)missie en levenskracht helpen je, om niet allen jezelf te veranderen, maar om je ook de kracht te laten voelen, je lot actief in eigen hand te nemen.

Previous Post

Herbeleving trauma: Freud, Bastiaans en regressietherapie

Next Post

Regressietherapie in Noord-Nederland: Friesland, Groningen, Drenthe