Sigmund Freud
Gelukkig weten nu veel meer mensen, dat regressietherapie een gerichte manier is om, mits goed begeleid – op drie niveaus door oude situaties heen te gaan: fysiek, emotioneel én mentaal. Terecht bestaan daar veel vragen over, waar je op deze site antwoord kunt vinden. Maar dat je door regressie de traumatische gevolgen kunt loslaten, is inmiddels, zie o.a. de NVRT-onderzoekspagina – ook wetenschappelijk bewezen. Het permanente onderzoek onder NVRT-cliënten, brengt dat ook telkens weer aan het licht.
Met de stelling dat Freud therapeutische herbeleving niet zou kennen, zou je hem onrecht doen. De founding father van de psychiatrie kende het wel, uit de tijd dat hij hypnose gebruikte onder zijn leermeester Breuer, en later in Parijs, bij Charcot; alleen kon hij er niet goed mee omgaan. Freud schijnt een slechte hypnotiseur te zijn geweest. Maar naast resultaten uit herbeleving via hypnose, waren het vaak vrouwelijke patiënten, die Freud in de spreekkamer gewoon vertelden dat ze door mannen waren misbruikt. Vaak door hun vader, hun oom of een ander mannelijk familielid. Wie zich verdiept in geschriften van Freud over dat onderwerp van vóór 1897, wrijft zich de ogen uit over de kritiek van Freud op de gedragingen van die mannen. Want Freud liet die kritiek later helemaal los, en nam het juist voor die mannen op. Ook herriep hij zijn vroegere mening, dat jeugdtrauma’s berusten op werkelijke gebeurtenissen. Nee, de slachtoffers zouden het allemaal fantaseren, meende hij. En dat heeft gevolgen gehad, ook voor de psychiatrie van vandaag.
Hoe dan ook: therapeutische herbeleving van trauma’s werd veel later weer opgepakt. Het bleek uiteindelijk de moeite waard om door te gaan waar Freud en Breuer er mee ophielden. Dat gebeurde vanaf eind jaren zestig toen psychiaters zoals dr. Denys Kelsey zich er mee bezig begonnen te houden. Zij boekten belangrijke resultaten, in het begin nog via hypnose.
Rond dezelfde tijd was in Nederland professor Bastiaans actief – in het bestrijden van de voorloper van wat later PTSS is gaan heten: het KZ-syndroom. KZ staat voor Konzentrationslager of concentratiekamp. Oorlogsslachtoffers die in Duitse kampen hadden gezeten, bleken veel baat te hebben bij therapeutische herbeleving, die door Bastiaans geïnduceerd werd met narcotica: via pentothal en later ook, met toestemming van de regering, met LSD. Bastiaans was een moedige psychiater, die de scepsis van zijn collega’s trotseerde. Hij begreep dat een succesvolle herbeleving therapeutisch gestuurd kan worden en diep door de vroegere emoties moet gaan. Bij chronisch getraumatiseerde mensen moet je bovendien de ergste momenten kunnen doorleven, om serieuze resultaten te boeken. Hierbij greep Bastiaans trouwens terug op Breuer én de vroege Freud.
Maar Bastiaans ging daarbij erg ver. Hij legde soms patiënten naakt onder een deken, liet ze afbeeldingen zien van SS-ers of hij vroeg ze in de houding te gaan staan, waarbij hij zelf soms de rol van kampbewaker op zich nam. Hij kende niet de methode van de therapeutische dissociatie, waarbij het doorleven wordt voorbereid via overzicht. Ook wist hij niet, dat tijdens het herbeleven van PTSS-trauma’s, het vroegere persoonlijkheidsdeel niet alleen moet worden gelaten, en al helemaal niet als het om een kind gaat. Het moet, zoals regressietherapeuten weten – worden gesteund, bijvoorbeeld door de huidige volwassene. Het doorleven van de sleutelmomenten gebeurt op die manier veilig. Het is trouwens ook niet voldoende als emoties loskomen, zoals Bastiaans dacht: er moet gericht doorheen worden bewogen. De fysieke omstandigheden van het vroegere trauma ensceneren is volmaakt overbodig. Ook kende hij niet de verschillende methoden om in lichte trance te schakelen tussen verschillende deelpersoonlijkheden, en om de afgesplitste persoonlijkheidsdelen uiteindelijk weer te integreren. Er bestonden toen nog geen regressie-opleidingen, waarin je dat allemaal kon leren. En ook, om dat op een veilige manier te doen. Regressietherapie is alleen gevaarlijk, als je het bij een slecht opgeleide therapeut doet. Maar geldt dat niet voor alle therapieën? Hoe dan ook geldt de manier waarop Bastiaans het deed tegenwoordig niet als professioneel.
Bastiaans kreeg steun van talloze patiënten en ex-patiënten, – van wie velen hem op handen droegen, want het werkte véél beter dan alleen praten. Ook de Tweede Kamer erkende dit, net als vele organisaties zoals de Stichting ’40-’45. Het was daarom, hoewel methodisch gezien begrijpelijk, tóch tragisch, dat Bastiaans in 1987, kort voor zijn pensionering, van zijn voetstuk viel. Bastiaans had zijn methode niet wetenschappelijk omschreven en had zijn bevindingen niet goed gedocumenteerd en vastgelegd. Het werkte, maar wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit, bleek uiteindelijk onmogelijk. Dat was het einde van de methode-Bastiaans. Nieuwe groepen getraumatiseerden, voor wie de beschrijving van het KZ-syndroom te beperkt was, deden van zich spreken. Zoals slachtoffers van hevig of veelvuldig misbruik, en slachtoffers van ándere oorlogssituaties. PTSS ontstond en daarmee ook de behoefte aan nieuwe behandelmethoden voor psychotrauma.
Gelukkig werd tezelfdertijd – langs een heel ander spoor – therapeutische regressie of herbeleving als methode wakker geschud uit de geschiedenis. Het bleek uitstekend mogelijk om een lichte trance te induceren zónder LSD of andere drugs. Via de opleidingsinstituten SRN, Tasso en RT Nederland, werden de kinderziektes definitief overwonnen, en werd een groeiend internationaal veld van therapeutische herbeleving, ook in Nederland professioneel ontsloten. Gelukkig voor talloze cliënten, is het kind niet met het badwater weggegooid.